De Vlaamse regering kondigde eerder aan dat er in Vlaanderen 10.000 nieuwe kinderopvangplaatsen bijkomen, waarvan 6.000 met een inkomensgerelateerd tarief. Voor Sint-Truiden gaat het om 18 extra plaatsen voor baby’s en peuters.

Om deze bijkomende plaatsen te realiseren, lanceerde Opgroeien een oproep naar opvanginitiatieven. Het doel is om de wachtlijsten te verkorten en beter tegemoet te komen aan de vraag van jonge ouders.

Cruciaal voor ouders

“Voor jonge gezinnen is een betrouwbare opvang voor hun baby of peuter essentieel,” zegt schepen van Kinderopvang Katrien Bomans. “We hopen dat onze onthaalouders en opvanginitiatieven deze kans grijpen om hun aanbod uit te breiden. Zo kunnen we samen de druk op de wachtlijsten verlichten.”

In tussentijd kunnen ouders terecht bij het Kind Info Punt (KIP) in het Huis van het Kind. Daar krijgen ze begeleiding in hun zoektocht naar een geschikte crèche of onthaalouder. Zelf zoeken kan ook via de gebruiksvriendelijke online tool https://opvang.vlaanderen/.

Oproep tot 14 september

Onthaalouders en andere opvanginitiatieven kunnen nog tot 14 september 2025 hun aanvraag indienen bij Opgroeien en het lokaal bestuur. Het Kind Info Punt (KIP) ondersteunt hen graag bij dit proces.

Na het verstrijken van de deadline worden de aanvragen besproken in het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) Sint-Truiden op 17 september. De dossiers krijgen een score op basis van vooraf goedgekeurde criteria en dit advies wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het schepencollege. Het lokaal bestuur bezorgt dit vervolgens aan Opgroeien tegen uiterlijk 15 oktober.

“Ouders verwachten terecht dat hun lokaal bestuur mee oplossingen zoekt voor kinderopvang. We nemen onze regierol ernstig en werken samen met opvanginitiatieven om het aanbod uit te breiden. Ik roep hen op om tijdig contact op te nemen met het KindInfoPunt, waar onze medewerkers klaarstaan om te ondersteunen bij de aanvraag. Zo zorgen we ervoor dat elke Truiense baby en peuter een veilige en geschikte opvangplaats vindt,” besluit burgemeester Ludwig Vandenhove.