Op dinsdag 7 oktober 2025 is Sint-Truiden gaststad voor het congres Reizen naar Morgen, een initiatief van Toerisme Vlaanderen dat inzet op een duurzame, veerkrachtige en toekomstgerichte toeristische sector. Het congres brengt meer dan 250 professionals samen uit de toeristische, culturele en erfgoedsector.

De keuze voor Sint-Truiden en de historische Abdijsite als locatie is geen toeval.
De Abdijsite, eeuwenlang het kloppende hart van de stad, wordt vandaag opnieuw ontwikkeld tot een plek waar erfgoed, innovatie en gemeenschapsvorming samenkomen. Hiermee belichaamt de site de visie van Reizen naar Morgen: toerisme dat niet alleen bezoekers aantrekt, maar ook een meerwaarde biedt aan bewoners, ondernemers en de plek zelf.

Lees verder onder de foto.

Het programma start in de Academiezaal met verwelkomingen door burgemeester Ludwig Vandenhove en Peter De Wilde, administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen en Onroerend Erfgoed. Nadien volgen een keynote van dr. Diane Nijs en inspirerende praktijkvoorbeelden, waaronder Pipo Appelsappen en Vrijstaat A, twee Truiense initiatieven die de visie van Reizen naar Morgen in de praktijk brengen. In de namiddag verspreiden de deelnemers zich over diverse locaties in de stad voor workshops en rondleidingen, met onder meer de Minderbroederskerk, Cosmogarden, de Keizerszaal en de Dekenij als bijzondere decors.

Lees verder onder de foto.

“Het congres is voor ons een unieke kans om Sint-Truiden te tonen als een stad die investeert in een toekomstgericht toeristisch beleid,” zegt burgemeester Ludwig Vandenhove. “We willen bewoners en ondernemers stimuleren om vanuit hun kennis en verbondenheid met de plek mee te bouwen aan een toerisme dat duurzaam, verbindend en betekenisvol is.”

“Met dit congres laten we zien hoe Sint-Truiden haar rijke erfgoed, natuur en ondernemerschap inzet om bezoekers én inwoners een authentieke en waardevolle ervaring te bieden,” vult schepen van Toerisme Katrien Bomans aan. “Het is een mooie gelegenheid om onze stad te positioneren als een plek waar samenwerking en vernieuwing centraal staan.”